C'est cette vision que défend explicitemen
t la doctrine en la matière : le législateur devrait opter pour un système mixte dans lequel l'entrepreneur donnerait une garantie de remboursement pour la première partie des travaux et une garantie d'achèvement pour la deuxième partie » (cf. Boes, " De notariële verkoopakte in verband met
de wetgeving op de ruimtelijke ordening en met de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen" , T. Not., 1973, 202 ; M. Devroey, De wet Bre
...[+++]yne, 2000, 151, n° 65 ; et S. Maes, " Wet Breyne: knelpunten bij de toepassing" , NJW, n° 175, 30 janvier 2008, p. 67).Deze visie wordt uitdrukkelijk gesteund in de rechtsleer terzake: " De wetgever zou terzake, zoals eerder aangehaald, beter opteren voor een gemengd systeem waarbij de aannemer voor het eerste deel van de werken een terugbetalingswaarborg zou stellen en voor het tweede deel een voltooiingswaarborg" (cf Boes, " De notariële verkoopakte in verband met
de wetgeving op de ruimtelijke ordening en met de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen " , T. Not., 1973, 202; M. Devroey, De wet Breyne, 2000, 151, nr. 65; en S. Maes, " Wet Breyne: knelpunten bij de toepassing " ,
...[+++] NJW, nr. 175, 30 januari 2008, p. 67).