Ayant perdu tout pouvoir sur le continent, elle jugea impossible le maintien de ses droits et obligations inhérents au GATT et, surtout, de ses engagement vis-à-vis des parties contractantes en matière de concessions tarifaires, car les produits visés s’exportaient au départ de la Chine continentale.
Daar zij de zeggenschap over het vasteland had verloren, kon zij onmogelijk de oorspronkelijke rechten en plichten uit hoofde van de GATT voortzetten, met name wat de verplichte tarifaire concessies aan andere verdragsluitende partijen betrof, daar de producten in kwestie werden uitgevoerd door het deel van China op het vasteland.