Art. 14. Lorsque la demande d'un permis de bâtir envisage l'utilisation, la construction ou l'aménagement d'un lieu de stockage de voitures démolies ou déclassées, de toutes sortes de matériaux, matériels ou déchets, les profils de terrain, visés à l'article 11, 3°, d), doivent être au moins complétés par la mention de la hauteur du stockage envisagé des voitures démolies, des matériaux, matériels et déchets.
Art. 14. Als de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft op het gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten van een grond voor het opslaan van gebruikte of afgedankte voertuigen, van allerhande materialen, materieel of afval, dan worden de in artikel 11, 3°, d), bedoelde terreinprofielen aangevuld met minstens de vermelding van de hoogte van de geplande stapeling van de voertuigen, de materialen, het materieel of het afval.