Art. 38. § 1. Est considéré comme destiné aux besoins des sociétés de transport en commun régionales, le gasoil utilisé comme carburant, conformément à l'article 429, § 4 de la loi, par tout le matériel roulant ayant un rapport direct ou non avec les nécessités de l'exploitation de ces sociétés en ce compris les véhicules de dépannage et de contrôle.
Art. 38. § 1. Wordt beschouwd als bestemd voor de behoeften van de gewestelijke maatschappijen voor gemeenschappelijk vervoer, de gasolie die, overeenkomstig artikel 429, § 4 van de wet, als motorbrandstof wordt gebruikt voor al het rijdend materieel dat al dan niet in rechtstreeks verband staat met de noodwendigheden voor de exploitatie van deze maatschappijen, takelwagens en controlevoertuigen daaronder begrepen.