Art. 10. Les organismes de contrôle sont chargés de l'organisation administrative et pratique des contrôles, de la perception des fonds, de la délivrance des procès-verbaux de contrôle, de l'apposition des autocollants, de l'engagement et de la gestion du personnel, de l'achat et de la gestion du matériel de contrôle.
Art. 10. De keuringsdiensten moeten instaan voor de administratieve en de praktische organisatie van de keuringen, de inning van de bijdragen, de aflevering van processen-verbaal van keuring, het aanbrengen van zelfklevers, de aanwerving en het beheer van het personeel, de aankoop en het beheer van het materiaal voor de keuring.