Par dérogation, le président, le vice-président et les quatre membres visés à l'article 39, paragraphe 1, point b), sont assimilés respectivement à un vice-président, à un juge et à un greffier de la Cour de justice de l'Union européenne en ce qui concerne les émoluments et l'âge de départ à la retraite définis par le règlement n° 422/67; ils ne sont pas soumis à un âge maximal de départ à la retraite.
Bij wijze van uitzondering worden de voorzitter, de ondervoorzitter en de vier leden als bedoeld in artikel 39, lid 1, onder b), gelijkgesteld met een vicepresident, rechter en griffier van het Hof van Justitie van de Europese Unie wat betreft beloning en pensioenleeftijd la vastgesteld in Verordening nr. 422/67/EEG; voor hen geldt geen maximale pensioenleeftijd.