Les services prestés au service du pouvoir organisateur soit comme agent contractuel subventionné, soit dans une fonction à charge du pouvoir organisateur sont comptabilisés dans l'ancienneté visée à l'article 34, § 1, à concurrence de 360 jours maximum, pour autant que le membre du personnel ait exercé une fonction identique à une fonction qui peut être admise au subventionnement, et pour autant qu'il remplisse toutes les conditions visées à l'article 30.
De diensten die worden gepresteerd ten dienste van de inrichtende macht, hetzij als gesubsidieerd contractueel ambtenaar, hetzij in een ambt ten laste van de inrichtende macht, worden in aanmerking genomen voor de anciënniteit bedoeld in artikel 34, § 1, naar rato van maximum 360 dagen, voor zover het personeelslid eenzelfde ambt heeft uitgeoefend welk voor betoelaging in aanmerking komt, en voor zover hij alle voorwaarden vervult bedoeld in artikel 30.