A l'exception des hypothèses visées à l'article 418, les agents visés au paragraphe 1 dont le mandat prend fin après une période de mandat de six années consécutives, conservent à la fin de leur mandat le bénéfice de la meilleure échelle barémique dont ils ont bénéficié.
Behalve de in artikel 418 bedoelde gevallen, blijven de ambtenaren bedoeld in § 1 van wie het mandaat na een mandaatperiode van zes opeenvolgende jaren, verstreken is, op het einde van hun mandaat het voordeel behouden van de beste weddeschaal die zijn genoten hebben.