5. En cas d’objection de l’État membre concerné, et si la Commission rejette cette objection, elle adopte, dans un délai de six mois à compter de la réception de l’objection formulée par l’État membre, une décision demandant à l’État membre concerné de rembourser le montant versé par la Commission, majoré des intérêts au taux applicable aux autres sommes dues au budget de l’Union.
5. Als de betrokken lidstaat bezwaar aantekent ende Commissie het niet eens is met het bezwaar van de lidstaat, neemt de Commissie binnen zes maanden na ontvangst van het bezwaarschrift van de lidstaat een besluit, waarin zij verlangt dat de betrokken lidstaat het door de Commissie betaalde bedrag vergoedt, tezamen met rente tegen het rentetarief dat van toepassing is op andere sommen geld die aan de begroting van de Unie verschuldigd zijn.