Chaque État membre devrait désigner au moins un organisme qui, le cas échéant, devrait avoir le pouvoir et la faculté d’examiner les plaintes individuelles et de faciliter le règlement des litiges.
Elke lidstaat moet ten minste één instantie benoemen die eventueel de bevoegdheid en de mogelijkheid moet hebben om individuele klachten te onderzoeken en de beslechting van geschillen te vergemakkelijken.