In afwijking van § 1, 2º, neemt de Staat 0 % van de maatschappelijke dienstverlening ten laste binnen de beperkingen bepaald krachtens artikel 11, § 2, toegekend in geld of in natura aan de vreemdeling die zich vluchteling heeft verklaard of die aangevraagd
heeft om als dusdanig te worden erkend wanneer een lid of een personeelslid van het centrum of de betrokken gemeentes rechtstreeks of onrechtstreeks, hetzij door beloften, bedreigingen, misbruik van gezag of macht, hetzij door niet op te treden of anderszins, kandidaat-vluchtelingen, waarvoor het centrum bevoegd is, systematisch ertoe aangezet of gedwongen heeft het grondgebied van de
...[+++] gemeente te verlaten of zich in een andere gemeente te vestigen».