Avant le 1er avril 2002, les États membres font connaître aux autres États membres et à la Commission les autorités qu'ils ont désignées dans le cadre de l'article 2, paragraphe 5, ainsi que les délégations qu'ils ont accordées pour la mise en oeuvre de l'article 4, paragraphe 8, et les procédures éventuellement suivies en vertu de l'article 4, paragraphe 9, point b).
Vóór 1 april 2002 delen de lidstaten elkaar en de Commissie mee welke autoriteiten door hen met betrekking tot artikel 2, lid 5, zijn aangewezen, voor welke gevallen zij hun bevoegdheid hebben overgedragen als bedoeld in artikel 4, lid 8, en in voorkomend geval welke procedures op grond van artikel 4, lid 9, onder b), zijn toegepast.