1. Lors de l'expédition de sucre dénaturé d'un État membre vers un autre État membre, la preuve qu'il s'agit de sucre dénaturé selon un des procédés prévus à l'annexe ne peut être apportée que par la production à l'État membre destinataire, soit d'un document T 2 visé à l'article 39 du règlement (CEE) nº 542/69 (2), soit d'un document T 2 L visé à l'article 1er du règlement (CEE) nº 2313/69 (3) portant dans la case 31, outre la désignation des marchandises, l'une des mentions suivantes:
1 . Bij verzending van gedenatureerde suiker van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat kan het bewijs dat het om suiker gaat die volgens één van de in de bijlage vermelde methoden is gedenatureerd , alleen geleverd worden door overlegging aan de Lid-Staat van bestemming , hetzij van een document T 2 bedoeld in artikel 39 van Verordening ( EEG ) nr . 542/69 ( 9 ) , hetzij van een document T 2 L bedoeld in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 2313/69 ( 10 ) , dat in vak 31 , behalve de omschrijving der goederen één van de volgende aantekeningen bevat :