4. rappelle que, dans le cadre des réseaux transeuropéens de transport, certains États membres pouvant prétendre à un financement du fonds de cohésion sont confrontés à de sérieuses difficultés lorsqu'il s'agit de concevoir et d'exécuter des projets et d'utiliser les fonds de l'Union de manière efficace; souligne que, dans le cadre du mécanisme pour l'interconnexion en Europe, la Commission doit aider ces États membres à constituer une réserve appropriée de projets, en particulier en renforçant les capacités institutionnelles des administrations publiques concernées et en organisant davantage d'appels à propositions;
4. wijst er in het kader van de trans-Europese vervoersnetwerken op dat enkele lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds grote moeite hebben om projecten uit te werken en uit te voeren en om efficiënt van de fondsen van de Unie gebruik te maken; wijst erop dat de Commissie deze landen door middel van de Connecting Europe-faciliteit moet helpen om een geschikte reeks projecten te plannen, met name door de institutionele capaciteit van de desbetreffende overheden te versterken en door aanvullende oproepen tot het indienen van voorstellen te organiseren;