En vertu de la législation de l’Union européenne, les États membres étaient tenus de veiller à ce que les décharges qui avaient obtenu une autorisation ou qui étaient déjà en état de fonctionnement lorsque la directive sur les décharges a été transposée ne continuaient pas de fonctionner après juillet 2009, à moins qu’elles ne soient conformes aux dispositions de la directive.
Op grond van de EU-wetgeving dienden de lidstaten ervoor te zorgen dat stortplaatsen waarvoor een vergunning was afgegeven of die reeds werden geëxploiteerd ten tijde van de omzetting van de stortplaatsenrichtlijn in nationaal recht, na juli 2009 niet langer werden geëxploiteerd, tenzij zij in overeenstemming met de richtlijn waren.