Article 1. Article 4, alinéa 1, de l'arrêté royal du 3 mai 1999 fixant le montant du prod
uit de la réduction forfaitaire, visé à l'article 71, 1°, de la loi du 26 mars 1999 relative au plan d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des dispositions diverses, et déterminant les modalités d'affection de ce produit au Fonds des hôpitaux et des maisons de soins psychiatriques du secteur public affiliés à l'ONSS, abrogé par l'arrêté royal du 8 juin 2000, est rétabli dans la rédaction suivante : « Pour la période commençant le 1 juillet 2000 et se terminant à la date d'installation du Fonds des hôp
...[+++]itaux et des maisons de soins psychiatriques du secteur public affilié à l'ONSS, l'Office national de sécurité sociale verse les avances mensuelles aux institutions suivantes :Art
ikel 1. Artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot bepaling van het bedrag van
de opbrengst van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 71, 1°, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen en tot bepaling van de modaliteiten van de besteding van deze opbrengst aan het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de RSZ, opgeheven bij het koninklijk besluit van
8 juni 20 ...[+++]00, wordt hersteld in de volgende lezing : « Voor de periode die aanvangt op 1 juli 2000 en die eindigt op de datum van inrichting van het beheerscomité van het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de RSZ, stort de Rijksdienst voor sociale zekerheid de maandelijkse voorschotten aan de volgende instellingen :