L'arrêt précité du 20 décembre 1991 n'annulait pas l'arrêté royal du 29 juillet 1985 relatif aux cartes d'identité (Moniteur belge du 7 septembre 1985) mais imposait à la Ville de Louvain (et à l'État belge) de délivrer au requérant une carte d'identité conforme à l'article 14, § 1 , alinéa 1 , des lois coordonnées sur l'emploi des langues en matière administrative, c'est-à-dire une carte d'identité dont toutes les mentions soient rigoureusement unilingues.
Het voormelde arrest van 20 december 1991 vernietigde het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten (Belgisch Staatsblad van 7 september 1985) niet, maar gelastte de Stad Leuven (en de Belgische Staat) om aan de verzoeker een identiteitskaart uit te reiken overeenkomstig artikel 14, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, dat wil zeggen een identiteitskaart waarvan alle vermeldingen strikt eentalig zijn.