17. Conformément à l'article 4, paragraphe 1 , la Convention s'applique si le navire navigue ou, d'après son plan de route, doit naviguer dans des eaux, à travers des eaux ou en provenance d'eaux situées au-delà de la limite extérieure de la mer territoriale d'un seul État, ou des limites latérales de sa mer territoriale avec les États adjacents.
17. Krachtens artikel 4, paragraaf 1, is het Verdrag van toepassing indien het schip wateren in-, uit- of doorvaart, dan wel volgens het vaarschema zal in-, uit-, of doorvaren, welke zijn gelegen buiten de buitengrenzen van de territoriale zee van een staat, of de zijgrenzen van zijn territoriale zee met aangrenzende staten.