« Les articles 80, alinéa 3, et 82, alinéa 2, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, violent-t-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, da
ns l'interprétation selon laquelle et sans que le tribunal dispose à cet égard du moindre pouvoir d'appréciation, à la différence du conjoint séparé de fait ou non, de
l'ex-conjoint et du cohabitant légal qui bénéficient de plein droit de l'effet de l'excusabilité,
...[+++]le compagnon ou la compagne du failli, formant un ménage de fait avec celui-ci, qui serait personnellement obligé à la dette du failli ne peut ni être libéré de cette obligation par l'effet de l'excusabilité octroyée au failli, ni être considéré comme ayant agi à titre gratuit et demander à pouvoir bénéficier d'une décharge de ses engagements ?« Schenden de artikelen 80, derde lid, en 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie volgens welke, en zonder dat de rechtbank in dat verband over enige beoordelingsbevoegdheid beschikt, de partner van de gefailleerde, die een feitelijk gezin met hem vormt en die persoonlijk aansprakelijk zou zijn voor de schuld van de gefailleerde, in tegenstelling tot de al dan niet feitelijk gescheiden echtgenoot, de voormalige echtgenoot en de wettelijk samenwonende die van rechtswege de werking van de verschoonbaarheid
genieten, noch van die verplichting kan worden bevrijd
...[+++]ingevolge de aan de gefailleerde toegekende verschoonbaarheid, noch kan worden geacht kosteloos te hebben gehandeld en kan verzoeken om een bevrijding van zijn verbintenissen te kunnen genieten ?