C. considérant que la Cour de sûreté de l'État n'a pas tenu le moindre compte de la déclaration sous serment par laquelle la Commission européenne avait disculpé M. Ibrahim, le Centre Ibn Khaldoun et la Ligue des électrices égyptiennes (HODA) de toute malversation en rapport avec les subventions communautaires accordées aux deux organisations, ce qui constituait le chef d'accusation retenu contre M. Ibrahim et ses collègues,
C. overwegende dat het staatsveiligheidshof volledig de door de Europese Commissie uitgegeven verklaring heeft genegeerd waarin dr. Ibrahim, het Ibn Khaldouncentrum en de Egyptische Liga van vrouwelijke kiezers (HODA) worden vrijgepleit van frauduleuze handelingen in verband met de subsidies van de Unie aan beide organisaties, die de kern vormden van de beschuldigingen tegen dr. Ibrahim en zijn medewerkers,