Le tribunal de la jeunesse connaît des mesures à prendre à l'égard d'un enfant, de sa famille ou de ses familiers lorsque l'intégrité physique ou psychique d'un enfant visé à l'article 2, alinéa 1, 2°, est actuellement et gravement compromise et lorsqu'une des personnes investies de l'autorité parentale ou ayant la garde de l'enfant en droit ou en fait refuse l'aide du conseiller ou néglige de la mettre en oeuvre.
De jeugdrechtbank neemt kennis van de maatregelen die te nemen zijn ten aanzien van een kind, zijn gezin of zijn leefgenoten, wanneer de lichamelijke of psychische integriteit van een kind bedoeld in artikel 2, lid 1, 2°, thans ernstig bedreigd is, en wanneer één van de personen die de ouderlijke macht uitoefenen of die het kind in rechte of in feite onder hun bewaring hebben, de hulp van de adviseur weigert of die hulp niet benut.