42. reconnaît que les irrégularités non frauduleuses sont souvent imputables à une connaissance insuffisante des règles, ainsi qu'à la complexité des exigences et des réglementations; relève que la modification des règles afférentes aux recettes et aux dépenses, y compris dans un but de simplification, demande du temps aux autorités responsables de leur bonne mise en œuvre; prie instamment les États membres et la Commission, à cet égard, de mieux coordonner l'interprétation du cadre juridique et son application stricte, de
mettre en place des mesures ciblées ...[+++] et opportunes afin de renforcer les capacités administratives, tant dans la fonction publique que chez les acteurs concernées, y compris les organisations de société civile, notamment par un accompagnement, des formations et des systèmes permettant d'attirer un personnel compétent et qualifié; demande aux institutions de l'Union et aux États membres d'évaluer, à mi-parcours, si la nouvelle architecture réglementaire de la politique de cohésion empêchera et réduira davantage le risque d'irrégularités, et d'analyser la possibilité d'une plus grande simplification de la règle existante;
42. beseft dat onregelmatigheden waarbij geen sprake is van fraude dikwijls voortkomen uit fouten die veroorzaakt worden door gebrekkige kennis van de regels, complexe vereisten, en regelgeving; wijst erop dat voor het wijzigen of vereenvoudigen van de regels inzake zowel ontvangsten als uitgaven tijd nodig is, omdat de autoriteiten die deze wijzigingen moeten doorvoeren ze eerst moeten goedkeuren; dringt er bij de lidstaten en de Commissie in dit verband op aan om de interpretatie van het rechtskader en de strikte toepassing daarva
n beter te coördineren, om op korte termijn gerichte maatregelen te nemen ter versterking van de administ
...[+++]ratieve capaciteiten, zowel bij de overheid als bij belanghebbenden, waaronder maatschappelijke organisaties, onder meer in de vorm van begeleiding en training en door het invoeren van regelingen om gekwalificeerd en kundig personeel te behouden; roept de Europese instellingen en de lidstaten op om tussentijds te beoordelen of het nieuwe regelgevingskader op het gebied van het cohesiebeleid het risico van onregelmatigheden verder voorkomt en beperkt, en om na te gaan of de bestaande regelgeving verder vereenvoudigd kan worden;