Cette répartition des compétences entre le tribunal et le président du tribunal se justifiait parce qu'en principe, il y a lieu d'ordonner le plus rapidement possible, dans un premier temps, les mesures provisoires de l'instance en divorce, et qu'il y a lieu ensuite, dans un second temps, de statuer sur l'existence ou non d'une cause de divorce, en manière telle que les mesures provisoires ordonnées par un juge seront censées produire leurs effets jusqu'à ce qu'un autre juge puisse se prononcer sur le bien-fondé de la demande en divorce.
Die verdeling van de bevoegdheden tussen de rechtbank en de voorzitter van de rechtbank was gegrond omdat in principe zo snel mogelijk de voorlopige maatregelen van het echtscheidingsgeding moeten worden bevolen en dat vervolgens, als tweede punt, moet worden beslist over de vraag of er al dan niet een echtscheidingsgrond bestaat, zodat de door een rechter bevolen voorlopige maatregelen verondersteld worden hun uitwerking te hebben tot een andere rechter zich kan uitspreken over de gegrondheid van de vordering tot echtscheiding.