L'article 52 de la loi du 8 avril 1965, modifié par l'article 17, 1°, de la loi du 13 juin 2006, énonce que les mesures provisoires ne peuvent être prises que pour une durée aussi brève que possible, lorsqu'il existe suffisamment d'indices sérieux de culpabilité et que la finalité de la mesure provisoire ne peut être atteinte d'une autre manière (alinéa 6).
Artikel 52 van de wet van 8 april 1965, gewijzigd bij artikel 17, 1°, van de wet van 13 juni 2006, bepaalt dat de voorlopige maatregelen enkel voor een zo kort mogelijke duur mogen worden genomen, wanneer er voldoende ernstige aanwijzingen van schuld bestaan en slechts wanneer de finaliteit van de voorlopige maatregel op geen andere manier kan worden bereikt (zesde lid).