3° le militaire détenteur du brevet militaire de maître-plongeur ou du brevet militaire de plongeur, qui n'occupe pas un emploi organique impliquant l'exécution de prestations de plongée, visé à l'article 10, § 1, alinéa 1, 2°, et alinéa 2, 2°;
3° de militair houder van het militair brevet van duikmeester of van het militair brevet van duiker, die geen organieke betrekking bekleedt waaraan het verrichten van duikprestaties verbonden is, bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 2°, en tweede lid, 2°;