« Art. 2 bis. Lorsque le mineur est victime de faits commis par l'un ou l'autre de ses parents, par son tuteur ou par toute personne qui exerce, en tout ou en partie, les attributs de l'autorité parentale, ou que ces personnes négligent de faire valoir les droits du mineur suite à des faits dont il est victime, le président du tribunal de première instance désigne un tuteur ad hoc à la demande du juge saisi ou sur requête unilatérale du ministère public, du mineur ou de son avocat, ou de toute personne intéressée.
« Art. 2 bis. Wanneer de minderjarige het slachtoffer is van feiten gepleegd door de ene of de andere van zijn ouders, door zijn voogd of door enige andere persoon die geheel of gedeeltelijk de bevoegdheden van het ouderlijk gezag uitoefenen, of deze personen verzuimen de rechten van de minderjarige te doen gelden naar aanleiding van feiten waarvan hij het slachtoffer is, stelt de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg een ad-hocvoogd aan op verzoek van de rechter die met de zaak belast is, of op eenzijdig verzoek van het openbaar ministerie, van de minderjarige of van zijn advocaat, of van enige belanghebbende persoon.