Le ministre, se référant aux débats consacrés par la commission de la Justice de la Chambre à la procédure à suivre pour établir l'inventaire des biens du mineur lors de l'ouverture de la tutelle, considère que le texte proposé de l'article 406 du Code civil concilie l'objectif de protection du patrimoine du mineur avec la recherche d'une certaine souplesse lorsque cela se justifie.
Op basis van de besprekingen die in de Kamercommissie voor de Justitie zijn gevoerd met betrekking tot de procedure voor het opmaken van de boedelbeschrijving van de minderjarigen bij het instellen van de voogdij, meent de minister dat het ontworpen artikel 406 van het Burgerlijk Wetboek beantwoordt aan het doel om de bezittingen van de minderjarige te beschermen, terwijl er tegelijkertijd, wanneer noodzakelijk, een zekere soepelheid mogelijk blijft.