Art. 31. § 1. Si dans les années budgétaires 2008 à 2013 incluse, le montant de l'allocation de fonctionnement théorique d'une institution i qui remplit les conditions de la norme d'établissement minimale pour le socle financier 'enseignement', visée à l'article 12, est inférieur ou égal au montant du minimum garanti visé au § 2, cette institution reçoit le montant minimum garanti comme allocation de fonctionnement pour l'année budgétaire en question.
Art. 31. § 1. Als in de begrotingsjaren 2008 tot en met 2013 het bedrag van de theoretische werkingsuitkering van een instelling i, die voldoet aan de voorwaarden voor de minimale instellingsnorm voor de onderwijssokkel, vermeld in artikel 12, kleiner is dan of gelijk is aan het bedrag van het gegarandeerde minimum, vermeld in § 2, dan ontvangt die instelling het gegarandeerde minimumbedrag als werkingsuitkering voor het desbetreffende begrotingsjaar.