§ 1 . Par dérogation à l'article XV. 61, les agents spécialement désignés à cet effet, respectivement par le ministre qui a l'Economie dans ses attributions ou par le ministre des Finances peuvent, au vu des procès-verbaux constatant une infraction aux dispositions du titre 3, chapitre 2, section 8, sous-section 1 , et dressés par les agents visés aux articles XV. 2 et XV. 25/1, proposer au contrevenant le paiement d'une somme qui éteint l'action publique, pour autant que celui-ci ait fait abandon des marchandises au Trésor public et que la partie lésée ait renoncé à déposer une plainte.
§ 1. In afwijking van het bepaalde in artikel XV. 61, kunnen de hiertoe uitdrukkelijk aangewezen ambtenaren, respectievelijk door de minister bevoegd voor Economie of door de minister van Financiën, op inzage van de processen-verbaal die een inbreuk op de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 2, afdeling 8, onderafdeling 1, vaststellen en opgemaakt zijn door de in artikel XV. 2 en artikel XV. 25/1, bedoelde ambtenaren, aan de overtreder een som voorstellen waarvan de betaling de strafvordering doet vervallen, voor zover de overtreder de goederen heeft afgestaan aan de Schatkist en dat de benadeelde partij ervan heeft afgezien klacht in te dienen.