Le fondement de l'arrêté
en projet doit être trouvé dans l'article 8, § 2, de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel, qui dispose que " le Roi peut, par arrêté déli
béré en Conseil des ministres, après avis de la Commission de la protection de la vie privée, pré
voir des conditions particulières relatives au traitement des données visées au § 1" ,
...[+++] à savoir celles qui ont pour objet, notamment, " les infractions pour lesquelles une personne a été condamnée, ainsi que les peines prononcées à son égard" et " les mesures ou sanctions prévues par le Roi qui sont prononcées à l'égard d'une personne" (article 8, § 1, alinéa 1, 3° de la loi du 8 décembre 1992 précitée).De rechtsgrond van het ontworpen besluit moet gezocht worden in artikel 8, § 2, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, dat het volgende bepaalt : " De Kon
ing kan, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bijzondere voorwaarden stellen betreffende de verwerking van de gegevens bedoeld in § 1" , te weten die welke inzonderheid betrekking hebben op " de misdrijven waarvoor een persoon is veroordeeld, alsmede de straffen die tegen hem zijn uitgesproken" en "
...[+++]de door de Koning bepaalde maatregelen of sancties die betreffende een persoon zijn uitgesproken" (artikel 8, § 1, eerste lid, 3° van de voormelde wet van 8 december 1992).