Dans la mesure où l'article 5 de la loi du 21 février 2010 prévoit que le nouvel alinéa 8 de l'article 1022 du Code judiciaire sera applicable aux affaires en cours au moment de son entrée en vigueur, et à supposer que celle-ci intervienne avant que la présente procédure dont est saisie la cour d'appel ne soit close, l'article 1022 du Code judiciaire, dans son nouveau libellé, combiné avec les articles 1017 et 1018 du même Code, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il aboutirait à mettre une indemnité de procédure à charge de l'offic
ier de l'état civil lorsque celui-ci succombe ...[+++] dans un recours intenté contre lui sur la base de l'article 167, dernier alinéa, du Code civil, alors qu'aucune indemnité de procédure n'est due à charge de l'Et
at belge lorsque le ministère public intervient par voie d'action dans les procédures civiles conformément à l'article 138bis, § 1, du Code judiciaire ou lorsque l'auditorat du travail intente une action devant les juridictions du travail conformément à l'article 138bis, § 2, du Code judiciaire ?
In zoverre artikel 5 van de wet van 21 februari 2010 bepaalt dat het nieuwe achtste lid van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing zal zijn op de zaken die hangende zijn op het ogenblik dat het in werking treedt, en in de veronderstelling dat het in werking treedt voordat de huidige bij het Hof van Beroep aanhangig gemaakte procedure is beëindigd, schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, in de nieuwe formulering ervan, in samenhang gelezen met de artikelen 1017 en 1018 van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het ertoe zou leiden een rechtsplegingsvergoeding ten laste te leggen van de ambtenaar van de burgerlijke stand wanneer hij in het ongelijk wordt gesteld in een beroep dat tege
...[+++]n hem is ingesteld op grond van artikel 167, laatste lid, van het Burgerlijk Wetboek, terwijl geen enkele rechtsplegingsvergoeding verschuldigd is ten laste van de Belgische Staat wanneer het openbaar ministerie bij wege van rechtsvordering in burgerlijke procedures tussenkomt overeenkomstig artikel 138bis, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, of wanneer het arbeidsauditoraat een rechtsvordering instelt voor de arbeidsgerechten overeenkomstig artikel 138bis, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek ?