21. attire l'attention sur le fait que pour qu'une personne puisse bénéficier d'un traitement préférentiel en raison de son appartenance à un groupe protégé, il faut qu'elle puisse être identifiée comme telle, ce qui implique que l'on puisse disposer de données sensibles la concernant; rappelle que ces données doivent être traitées conformément notamment à la législation relative à la protection des données à caractère personnel et à l'article 3, paragraphe 1, de la convention-cadre sur la protection des minorités nationales;
21. vestigt er de aandacht op dat het alleen mogelijk is iemand een voorkeursbehandeling vanwege het behoren tot een beschermde groep te geven als die persoon als zodanig kan worden geïdentificeerd, wat impliceert dat men over gevoelige gegevens over die persoon moet kunnen beschikken; wijst er nogmaals op dat deze gegevens moeten worden behandeld overeenkomstig met name de wetgeving betreffende de bescherming van persoonsgegevens en artikel 3, lid 1 van de kaderovereenkomst inzake de bescherming van nationale minderheden;