Les parties requérantes reprochent à l'article 2bis, § 1, de la loi relative à la détention préventive, inséré par l'article 4 de la loi attaquée, d'une part, de limiter à trente minutes la durée de la concertation confidentielle préalable avec un avocat pour le suspect privé de sa liberté et, d'autre part, de n'autoriser une concertation confidentielle qu'avant la première audition et non avant les auditions ultérieures ayant lieu durant le délai de privation de liberté des premières 24 heures.
De verzoekende partijen verwijten artikel 2bis, § 1, van de wet betreffende de voorlopige hechtenis, ingevoegd bij artikel 4 van de bestreden wet, enerzijds, de duur van het voorafgaand vertrouwelijk overleg met een advocaat voor de verdachte wiens vrijheid is benomen, te beperken tot dertig minuten en, anderzijds, slechts een vertrouwelijk overleg toe te staan vóór het eerste verhoor en niet vóór de latere verhoren die plaatshebben tijdens de eerste termijn van vrijheidsbeneming van 24 uur.