Mme Zrihen remarque que dans tous les cas de figure, le fait de pouvoir assurer la maternité — et donc la pérennité de l'humanité — devient véritablement une pénalisation de la situation des femmes, vu le système dans lequel nous vivons, où les hommes ont plus tendance à faire la guerre qu'à procréer.
Mevrouw Zrihen merkt op dat telkens weer blijkt dat het moederschap — en dus het feit dat vrouwen instaan voor het voortbestaan van de mensheid — de positie van de vrouwen bezwaart, vermits mannen veeleer oog lijken te hebben voor oorlogvoering dan voor voortplanting.