3. Dans les gares non dotées de personnel, l'entreprise ferroviaire et le gestionnaire des gares veillent à ce que des informations aisément accessibles, concernant les gares dotées de personnel les plus proches et les formes d'assistance les plus simples, soient mises directement à la disposition des personnes handicapées et des personnes à mobilité réduite, tant à l'intérieur qu'à l'extérieur de la gare.
3. In het geval van een onbemand station zorgen de spoorwegonderneming en de stationsbeheerder ervoor dat ten behoeve van gehandicapte personen of personen met een beperkte mobiliteit de informatie over de dichtstbijzijnde bemande stations en de meest elementaire geboden hulpdiensten direct en gemakkelijk bereikbaar is, zowel binnen als buiten het spoorwegstation.