20. rappelle la nécessité pour l'Union d'élaborer une véritable politique commune des transports, garantissant la disponibilité de transports adéquats au sein des régions européennes et entre elles, ainsi que la cohérence de cette politique au niveau local, régional, national et européen; demande aux États membres et aux régions de veiller à ce que l'éventail des modes de transport reflète la priorité plus large accordée à une mobilité véritablement durable;
20. brengt nog eens in herinnering dat de EU behoefte heeft aan een daadwerkelijk gemeenschappelijk vervoersbeleid dat recht doet aan het belang van het vervoer binnen en tussen de Europese regio's en aan de samenhang van het vervoer op plaatselijke, regionale, nationale en Europese schaal; verzoekt de lidstaten en de regio's ervoor te zorgen dat de combinatie van modellen de ontwikkeling in de richting van werkelijk duurzame mobiliteit garandeert;