Conformément à l’article 4, paragraphe 4, de la directive 2007/59/CE, l’Agence ferroviaire européenne est tenue de préparer un projet de modèle communautaire pour la licence, l’attestation complémentaire et la copie certifiée conforme de celle-ci, et d’en déterminer les caractéristiques physiques, en tenant compte des mesures de lutte contre la contrefaçon.
In overeenstemming met artikel 4, lid 4, van Richtlijn 2007/59/EG dient het Europees Spoorwegbureau een ontwerptekst vast te stellen van een communautair model voor de vergunning, het aanvullende bevoegdheidsbewijs en het gewaarmerkte afschrift van het aanvullende bevoegdheidsbewijs en ook de fysieke kenmerken daarvan te bepalen, daarbij rekening houdend met maatregelen die vervalsing moet tegengaan.