Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Arriération mentale légère

Traduction de «moins 50 ouvriers » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Définition: Q.I. de 50 à 69 (chez les adultes, âge mental de 9 à moins de 12 ans). Aboutira vraisemblablement à des difficultés scolaires. Beaucoup d'adultes seront capables de travailler et de maintenir de bonnes relations sociales, et de s'intégrer à la société. | arriération mentale légère

Omschrijving: IQ bij benadering tussen 50 en 69 (bij volwassenen, verstandelijke leeftijd tussen 9 en 12 jaar). Waarschijnlijk in enige mate leidend tot leermoeilijkheden op school. Vele volwassenen zullen in staat zijn te werken, goede sociale-relaties te onderhouden en een bijdrage te leveren aan de maatschappij.


Brûlures couvrant entre 50 et moins de 60% de la surface du corps

brandwonden waarbij 50 - 59% van lichaamsoppervlak is aangedaan


Brûlures couvrant entre 40 et moins de 50% de la surface du corps

brandwonden waarbij 40 - 49% van lichaamsoppervlak is aangedaan
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Les employeurs qui licencient, entre le 1 juillet 1997 et le 31 décembre 2018, des ouvriers et des ouvrières âgés d'au moins 50 ans au moment de la notification du licenciement sont tenus de verser une cotisation forfaitaire unique par ouvrier ou ouvrière licencié(e) au fonds de sécurité d'existence, à l'exception des employeurs des ouvriers et ouvrières licenciés, qui n'ont pas droit à l'indemnité prévue à l'article 19bis, § 6.

De werkgevers die tussen 1 juli 1997 en 31 december 2018 werklieden of werksters ontslaan, die op het moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, zijn per ontslagen werkman of werkster een forfaitaire éénmalige bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de werkevers van ontslagen werklieden of werksters die geen recht hebben op de vergoeding zoals bepaald in artikel 19bis, § 6.


Art. 22. Les ouvriers et ouvrières visés à l'article 5, § 1 et l'article 5bis, § 6, qui sont âgés d'au moins 50 ans, travaillant tant à temps plein qu'à temps partiel, et qui tombent malades entre le 1 avril 2001 et le 31 décembre 2018 ou qui se trouvent au 1 avril 2001 dans une période d'indemnité prévue à l'article 21, § 3 ont droit, après épuisement de leur droit prévu à l'article 21, à l'indemnité prévue à l'article 20bis, § 1 ou 20bis, § 2 à partir de l'âge de 57 ans jusqu'à l'âge de leur pension, pour autant qu'ils restent mala ...[+++]

Art. 22. De in artikel 5, § 1 en in artikel 5bis, § 6 bedoelde werklieden en werksters van 50 jaar en meer, tewerkgesteld in een voltijdse of deeltijdse dienstbetrekking, die in de periode van 1 april 2001 tot 31 december 2018 ziek worden of zich op 1 april 2001 in een periode van uitkering bevinden zoals bepaald in artikel 21, § 3, en op voorwaarde dat ze ononderbroken ziek blijven tot de leeftijd van 57 jaar, hebben, na uitputting van hun recht zoals bepaald in artikel 21, vanaf de leeftijd van 57 jaar recht op de aanvullende vergoeding bepaald in artikel 20bis, § 1 of 20bis, § 2 en dit tot hun pensioenleeftijd, voor zover ze voldoen ...[+++]


Les ouvriers et ouvrières qui sont licenciés en dehors d'un régime de RCC entre le 1 janvier 1997 et le 30 juin 2015 et qui sont âgés d'au moins 50 ans au moment de la notification du licenciement, ont droit, après avoir épuisé le crédit prévu à l'article 19bis, § 3, 3°, à l'indemnité prévue à l'article 20bis à partir de l'âge de 57 ans et jusqu'à l'âge de leur pension, pour autant qu'ils soient encore chômeurs complets à ce moment et qu'ils ne puissent revendiquer le droit au RCC.

De werklieden en werksters die zonder op SWT gesteld te zijn, tussen 1 januari 1997 en 30 juni 2015 ontslagen worden en op moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, hebben na uitputting van het krediet voorzien bij artikel 19bis, § 3, 3°, recht op de vergoeding bepaald in artikel 20bis vanaf de leeftijd van 57 jaar, voor zover zij op dat ogenblik volledig werkloos zijn en geen aanspraak kunnen maken op een SWT-regeling, en dit tot hun pensioenleeftijd.


Art. 6. Dans une entreprise comptant 50 ouvriers en service, une délégation syndicale peut être créée si au moins 33 p.c. des ouvriers sont affiliés à une des organisations de travailleurs représentatives.

Art. 6. In een onderneming met 50 arbeiders of meer in dienst kan een syndicale afvaardiging worden ingesteld indien minstens 33 pct. van de arbeiders is aangesloten bij één van de representatieve werknemersorganisaties.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Art. 2. § 1. Pour les entreprises qui occupent moins de 50 ouvriers, le plafond de 130 heures audelà de la durée moyenne du travail durant la période de référence est porté à 143 heures et le nombre d'heures supplémentaires pour lesquelles l'ouvrier peut renoncer au repos compensatoire est porté de 130 à 143 heures.

Art. 2. § 1. Voor de ondernemingen die minder dan 50 arbeiders tewerkstellen, wordt de grens van 130 uren boven de gemiddelde arbeidsduur gedurende de referteperiode gebracht op 143 uren en wordt het aantal overuren waarvoor de werknemer kan afzien van inhaalrust verhoogd van 130 tot 143 uren.


II. - Groupes à risque Art. 2. Définition de groupes à risque Par "groupes à risque" il est entendu : - les demandeurs d'emploi de longue durée; - les demandeurs d'emploi peu qualifiés; - les demandeurs d'emploi de 45 ans et plus; - les personnes qui entrent à nouveau dans la vie active; - les bénéficiaires du revenu d'intégration; - les personnes présentant un handicap pour le travail; - les allochtones; - les demandeurs d'emploi en statut de réinsertion; - les jeunes en formation (en alternance); - les ouvriers peu qualifiés; - les ouvriers qui sont confrontés à un licenciement multiple, à une restructuration ou à l'introdu ...[+++]

II. - Risicogroepen Art. 2. Definitie risicogroepen Onder "risicogroepen" wordt verstaan : - langdurig werkzoekenden; - kortgeschoolde werkzoekenden; - werkzoekenden van 45 jaar en ouder; - herintreders en herintreedsters; - leefloners; - personen met een arbeidshandicap; - allochtonen; - werkzoekenden in een herinschakelingsstatuut; - (deeltijds) lerende jongeren; - kortgeschoolde arbeiders; - arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën; - arbeiders van 45 jaar en ouder; - de risicogroepen voorzien in het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot ...[+++]


On entend par "personnes appartenant aux groupes à risque" : - les jeunes peu ou insuffisamment qualifiés; - les demandeurs d'emploi; - les ouvriers du secteur occupés par des entreprises touchées par le chômage économique; - les ouvriers du secteur peu ou insuffisamment qualifiés; - les ouvriers du secteur âgés d'au moins 50 ans; - les ouvriers handicapés; - les ouvriers du secteur dont la qualification professionnelle n'est plus adaptée au progrès technique ou risque de ne plus l'être.

Onder "personen die behoren tot de risicogroepen" verstaat men : - de laaggeschoolde of onvoldoende geschoolde jongeren; - de werkzoekenden; - de arbeiders van de sector tewerkgesteld in ondernemingen die gebruik maken van economische werkloosheid; - de laaggeschoolde of onvoldoende geschoolde arbeiders van de sector; - de arbeiders van de sector die minstens 50 jaar oud zijn; - de gehandicapte arbeiders; - de arbeiders van de sector wiens beroepskwalificatie aan de technologische vooruitgang niet meer aangepast is of die het risico lopen aan de technologische vooruitgang niet meer aangepast te zijn.


B. Prime de départ Art. 8. Après l'expiration du délai de préavis légal, l'ouvrier licencié par suite d'un manque de travail a droit, à titre de prime de départ, à des indemnités de sécurité d'existence complémentaires dont le montant est fixé à l'article 6, et ce pendant une période dont la durée est fixée en fonction du nombre d'années complètes de service ininterrompu dans l'entreprise, à savoir : - 40 jours pour les travailleurs ayant 2 années de service au moins; - 50 jours pour les travailleurs ayant 3 années de service au moi ...[+++]

B. Afscheidspremie Art. 8. Na afloop van de wettelijke opzeggingsperiode heeft de wegens gebrek aan werk ontslagen werkman, bij wijze van afscheidsuitkering, recht op bijkomende bestaanszekerheidsuitkeringen waarvan het bedrag is vastgesteld bij artikel 6, en dit gedurende een periode waarvan de duur wordt bepaald naar verhouding van het aantal ononderbroken en volledige jaren dienst in de onderneming, te weten : - 40 dagen voor de werknemers met tenminste 2 jaren dienst; - 50 dagen voor de werknemers met tenminste 3 jaren dienst; - 100 dagen voor de werknemers met tenminste 5 jaren dienst; - 150 dagen voor de werknemers met tenminst ...[+++]


Les employeurs qui licencient, entre le 1er juillet 1997 et le 31 décembre 2016, des ouvriers ou des ouvrières âgés d'au moins 50 ans au moment de la notification du licenciement, sont tenus de verser une cotisation forfaitaire unique par ouvrier ou ouvrière licencié(e) au fonds de sécurité d'existence, à l'exception des employeurs des ouvriers et ouvrières licenciés qui n'ont pas droit à l'indemnité prévue à l'article 19bis, § 6.

De werkgevers die tussen 1 juli 1997 en 31 december 2016 werklieden of werksters ontslaan, die op het moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, zijn per ontslagen werkman of werkster een forfaitaire éénmalige bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de werkgevers van ontslagen werklieden of werksters die geen recht hebben op de vergoeding zoals bepaald in artikel 19bis, §6.


Les employeurs qui licencient, entre le 1 juillet 1997 et le 31 décembre 2014, des ouvriers ou des ouvrières âgés d'au moins 50 ans au moment de la notification du licenciement, sont tenus de verser une cotisation forfaitaire unique par ouvrier ou ouvrière licencié(e) au fonds de sécurité d'existence, à l'exception des employeurs des ouvriers et ouvrières licenciés, qui n'ont pas droit à l'indemnité prévue à l'article 19bis, § 6.

De werkgevers die tussen 1 juli 1997 en 31 december 2014 werklieden of werksters ontslaan, die op het moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, zijn per ontslagen werkman of werkster een forfaitaire éénmalige bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de werkgevers van ontslagen werklieden of werksters die geen recht hebben op de vergoeding zoals bepaald in artikel 19bis, §6.




D'autres ont cherché : arriération mentale légère     moins 50 ouvriers     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

moins 50 ouvriers ->

Date index: 2021-08-27
w