À moins de pouvoir apporter la preuve contraire, la personne qui subit une transplantation d'organe en dehors de l'Union européenne et peut supposer que l'organe a été prélevé en violation de l'article 8, § 1 , de la présente loi, ou sur un prisonnier condamné à mort, et qui paie en outre un dédommagement tel à faire présumer qu'il est contraire au prescrit de l'article 4 de la présente loi, est punie d'un emprisonnement de trois mois à six mois et d'une amende de cinq cents à cinq mille euros ou de l'une de ces peines seulement.
De persoon bij wie buiten de Europese Unie een orgaan wordt ingeplant die kan vermoeden dat het orgaan is weggenomen in strijd met artikel 8, § 1, van deze wet of bij een ter dood veroordeelde gevangene en die tevens een vergoeding betaalt die doet vermoeden dat ze strijdig is met artikel 4 van deze wet, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot zes maanden en met een geldboete van vijfhonderd euro tot vijfduizend euro of met één van die straffen alleen, tenzij hij het tegendeel kan aantonen.