En outre, il faut également souligner que « d
ans un délai de six mois après la
date à laquelle (...) au moins huit États sont devenus Parties au Protocole » et « ont reçu (...) au moins 750 millions de tonnes d'hydrocarbures donnant lieu à contribution (...) chaque État (...) dénonce, s'il est Partie à celle-ci la Convention de 1971 portant création du Fonds et la Convention de 1969 sur la
responsabilité, la dénonciation prenant e ...[+++]ffet douze mois après l'expiration du délai de six mois susmentionné » (article 31).
Overigens dient opgemerkt dat « binnen de zes maanden na de datum waarop (...) ten minste acht Staten Partij zijn geworden bij dit Protocol » en (...) « ten minste 750 miljoen ton bijdragende olie hebben ontvangen (...) elke Staat, indien deze Partij daarbij is, het Verdrag van 1971 ter oprichting van het Fonds en het Verdrag van 1969 op de burgerlijke aansprakelijkheid, dient op te zeggen met ingang van twaalf maanden na het verstrijken van bovengenoemde periode van zes maanden » (artikel 31).