Dans tous les cas, l'offrant doit proposer, au moins comme alternative, une contrepartie en espèces lorsque, à titre individuel ou avec des personnes agissant de concert avec lui, dans une période commençant au moins trois mois avant le lancement de son offre en application de l'article 6, paragraphe 1, et se terminant avant la fin de la période d'acceptation de l'offre, il a acquis en espèces plus de 5% des titres ou des droits de vote de la société visée.
De bieder moet in ieder geval ten minste als alternatief een vergoeding in contanten bieden wanneer hij alleen of tezamen met in overeenstemming met hem handelende personen binnen een periode die aanvangt ten minste drie maanden vóór de openbaarmaking van het bod overeenkomstig artikel 6, lid 1, en eindigt bij het verstrijken van de termijn voor de aanvaarding van het bod, meer dan 5% van de effecten of stemrechten van de doelvennootschap tegen contante betaling heeft verworven.