Art. 3. L'avantage social est accordé sur la base d'un douzième du montant annuel global aux ayants droit qui, durant l'exercice social, satisfont pendant moins de douze mois aux conditions mentionnées à l'article 2, a) et b), pour chaque mois ou fraction de mois pendant lesquels ils répondent aux conditions visées.
Art. 3. Aan de rechthebbenden die, gedurende het sociaal dienstjaar, minder dan twaalf maanden voldoen aan de in artikel 2, a) en b), vermelde voorwaarden, wordt het sociaal voordeel verleend op basis van één twaalfde van het totaal jaarlijks bedrag, voor iedere maand of breuk van een maand tijdens dewelke zij voldoen aan de bedoelde voorwaarden.