« Art. 828. § 1. Les héritiers et légataires dont les prétentions à la succession n'étaient pas connues et ne pouvaient l'être à l'époque de son ouverture, ne pourront plus contester la validité des actes accomplis de bonne foi par les autres copartageants après l'écoulement d'un délai de six mois à compter de l'ouverture de la succession, ni réclamer leur part en nature dans les biens aliénés ou partagés.
« Art. 828. § 1. De erfgenamen en legatarissen van wie de aanspraken in de nalatenschap ten tijde van het openvallen ervan niet gekend waren en niet gekend konden zijn, kunnen de geldigheid van de handelingen die de overige deelgenoten te goeder trouw na het verstrijken van een termijn van zes maanden sedert het openvallen van de nalatenschap hebben gesteld niet meer betwisten, noch hun aandeel in natura opeisen van de goederen die na het verstrijken van die termijn te goeder trouw zijn vervreemd of verdeeld.