Enfin, certaines parties ont fait valoir qu'aucun élément ne permettait de conclure que les capacités d'exportation de l'Inde pourraient viser le marché de l'Union avec des produits à "bas prix" ét
ant donné que i) la demande intérieure progresse en Inde et devrait sur sa lancée, ii) la concurrence sur les marchés d'exportation n'a pas entraîné d'exportations à des prix anormalement bas, malgré une production de PET excédentaire par rapport à la consommation intérieure et iii) l'augmentation des capacités de production en Asie répond à la hausse de la demand
e escomptée dans le monde ...[+++] entier.
Ten slotte voerden sommige partijen aan dat er geen elementen zijn die de conclusie staven dat de Indiase uitvoercapaciteit tegen "goedkope prijzen" kan worden verlegd naar de Unie, aangezien: i) de binnenlandse vraag in India groeit en naar verwachting blijft groeien; ii) er weliswaar een overschot aan PET ten opzichte van het binnenlandse verbruik bestaat, maar dat de concurrentie op de uitvoermarkten niet heeft geleid tot uitvoer tegen abnormaal lage prijzen; iii) de toename van de productiecapaciteit in Azië een reactie is op de groeiende vraag die wereldwijd verwacht wordt.