Le Tribunal estime tout d’abord que la référence de la Coupe du monde et de l’EURO au considérant 18 de la directive 97/36 implique que, lorsqu’un État membre inscrit des matchs de ces compétitions sur la liste qu’il a établie, il n’a pas besoin de faire figurer dans sa communication à la Commission une motivation spéciale concernant leur caractère d’événement d’importance majeure pour la société.
In dit verband is het Gerecht van oordeel dat de verwijzing naar het Wereldkampioenschap en de EURO in punt 18 van de considerans van richtlijn 97/36 inhoudt dat een lidstaat, wanneer hij wedstrijden van die kampioenschappen opneemt in de lijst die hij heeft besloten op te stellen, in zijn mededeling aan de Commissie geen bijzondere motivering behoeft te verstrekken met betrekking tot de eigenschap daarvan als evenement van aanzienlijk belang voor de samenleving.