III. - Cotisations en faveur des groupes à risque Art. 4. § 1. Les parties signataires conviennent d'affecter pour 2015 et 2016 0,10 p.c. de la masse salariale brute des travailleurs du secteur à la formation et à l'emploi en faveur des
travailleurs et qui font partie d'un ou plusieurs groupes à risque tels que définis à l'article 4 de la convention collective de travail du 3 juin 1992 relative à l'affectation de la cotisation de 0,25 p.c. pour les groupes à risque, déclarée généralement obligatoire par arrêté royal du 2 avr
il 1993, publiée au Moniteur belge ...[+++] du 25 juin 1993, modifiée par la convention collective de travail du 25 juin 2013. § 2.
III. - Bijdragen voor de risicogroepen Art. 4. § 1. De ondertekenende partijen komen overeen om voor 2015 en 2016 0,10 pct. van de bruto loonmassa van de werknemers binnen de sector aan te wenden voor de opleiding en tewerkstelling van werknemers die tot één of meerdere categorieën van risicogroepen behoren zoals gedefinieerd in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1992 met betrekking tot de aanwending van de 0,25 pct.-bijdrage voor de risicogroepen, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 april 1993,
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 juni 1993, gewijzigd bij collectieve arbeidsover
...[+++]eenkomst van 25 juni 2013. §2.