9. invite les États membres à mettre au point un système abouti de revenu minimal et à examiner leurs systèmes de retraite en termes de répartition sociale des rôles entre hommes et femmes, en tenant compte de l'espérance de vie plus élevée des femmes, sans pour autant s'en servir de prétexte à une discrimination liée au sexe, ainsi que de la grande disparité des rémunérations existant entre les hommes et les femmes,
qui influent sur le montant des pensions versées aux femmes, ce qui les oblige, dans nombre
de cas, à vivre en deçà du seuil de pauvret ...[+++]é; demande aux États membres de supprimer l'écart entre les montants des retraite des hommes et des femmes;
9. verzoekt de lidstaten een behoorlijke minimuminkomensregeling te ontwerpen en hun pensioenstelsels te herzien op het punt van de maatschappelijke rol van mannen en vrouwen, uitgaande van de hogere levensverwachting van vrouwen, zonder dat op enigerlei wijze te gebruiken als rechtvaardiging voor discriminatie op grond van geslacht, en de grote loonverschillen tussen mannen en vrouwen, die tot uiting komen in de hoogte van de uitgekeerde pensioenen, waardoor zij vaak onder de armoedegrens terechtkomen, en de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen te dichten;