si la législation d'un État membre prévoit que le calcul des prestations repose sur des revenus, des cotisations, des assiettes de cotisation, des majorations, des gains ou d'autres montants moyens, proportionnels, forfaitaires ou fictifs, ou une combinaison de plusieurs de ces éléments, l'institution compétente:
indien de wetgeving van een lidstaat bepaalt dat voor de berekening van de uitkeringen wordt uitgegaan van gemiddelde, pro rata, vaste of toegerekende inkomsten, bijdragen of premies, grondslagen voor premies of bijdragen, verhogingen, verdiensten, andere bedragen of een combinatie daarvan, wordt door het bevoegde orgaan: