L'article 15ter de la même loi, inséré par la loi du 12 février 1999, prévoit un système visant à supprimer cette dotation à un parti politique qui « par son propre fait ou par celui de ses composantes, de ses listes, de ses candidats, ou de ses mandataires élus, montre de manière manifeste et à travers plusieurs indices concordants son hostilité » envers les droits et libertés garantis par la Convention européenne des droits de l'homme, cela selon une procédure dont les dispositions entreprises règlent les modalités.
Artikel 15ter van de dezelfde wet, zoals ingevoegd bij de wet van 12 februari 1999, voorziet in een stelsel dat ertoe strekt die dotatie te onttrekken aan een politieke partij die « door eigen toedoen of door toedoen van haar componenten, lijsten, kandidaten of gekozenen, duidelijk en door middel van verscheidene, met elkaar overeenstemmende tekenen, aantoont dat ze vijandig staat » tegenover de rechten en vrijheden die worden gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, volgens een procedure waarvan de aangevochten bepalingen modaliteiten regelen.