Art. 64. Dans le choix d'un dépositaire visé à l'article 77, § 2, autre qu'une banque centrale, la société de bourse agit avec prudence, soin et diligence en ce qui concerne la sélection, la désignation et l'examen périodique de l'établissement de crédit ou du fonds du marché monétaire auprès duquel sont placés les fonds de ses clients ainsi qu'en ce qui concerne les dispositions, tant légales que contractuelles, régissant la détention de ces fonds.
Art. 64. Bij het kiezen van een bewaarder als bedoeld in artikel 77, § 2, legt de beursvennootschap, tenzij het een centrale bank is, de nodige voorzichtigheid, zorgvuldigheid en waakzaamheid aan de dag bij de selectie, aanwijzing en periodieke beoordeling van de kredietinstelling of het geldmarktfonds waar zij de gelden van haar cliënten deponeert, alsook wat de zowel wettelijke als contractuele bepalingen betreft voor het aanhouden van de betrokken gelden.